Welkom op mijn blog!

Ik ben Lieselot! Ik ben 20 jaar en ik volg kleuteronderwijs in Howest te Brugge.

Dit is mijn tweede jaar en voor het vak
'visie op onderwijs, didactiek en nieuwe media' moeten wij voor het examen een blog aanmaken in verband met het ervaringsgericht werken met kleuters.

We kregen de opdracht om dit dan ook te linken aan onze stageschool.

Neem gerust eens een kijkje op mijn blog en laat gerust een reactie achter!

maandag 10 januari 2011

Wat is Ervaringsgericht onderwijs?

Ervaringsgericht Onderwijs (Afkorting: E.G.O.)

=een onderwijsconcept dat ontwikkeld is door Prof. Ferre Laevers in Leuven. ErvaringsGericht Onderwijs richt zich op wat er in kinderen omgaat.
Ervaringsgericht onderwijs gaat uit van welbevinden en betrokkenheid.

Het tempelschema:

Het symbool van E.G.O. is een tempel met drie pilaren (ook wel pijlers genoemd).
  • Het vrije initiatief: Het vrije initiatief beoogt het verhogen van de betrokkenheid.
  • Milieuverrijking: Er wordt een klassen- en schoolomgeving gecreëerd met voor kinderen interessante en uitdagende materialen en activiteiten.
  • Ervaringsgerichte dialoog: De ervaringsgerichte dialoog helpt de leerkracht om een goede relatie met de kinderen op te bouwen en hen zo goed mogelijk te begrijpen en te begeleiden.

Betrokkenheidsverhogende factoren

Door de gehele basisschool wordt met aandacht voor 5 betrokkenheidsverhogende factoren gewerkt:
  1. Sfeer en relatie (Het is van belang dat kinderen zich veilig en geaccepteerd voelen)
  2. Aanpassing aan het niveau (Kinderen moeten de uitdaging voor activiteiten voelen.)
  3. Werkelijkheidsnabijheid (Activiteiten die raken aan de leef- en beleefwereld van de kinderen worden als zinvol ervaren.)
  4. Activiteit (Kinderen kunnen niet lang luisteren. Er moet van alles te doen zijn. Rust en activiteit hoeven elkaar niet in de weg te staan!)
  5. Vrij initiatief (Het gaat erom dat kinderen hun ontwikkelingspotentieel aanspreken. Daarvoor moeten ze eigen keuzemogelijkheden krijgen.)

Werkvormen

De 5 betrokkenheidsverhogende factoren resulteren in 5 werkvormen:
  1. Kringen en Forum
  2. Contractwerk
  3. Projectwerk
  4. Ateliers
  5. Vrije keuze

1. Beginnen met observeren

1.1 Onderwijsaanbod en rol van de KO:

De dagindeling:


Elke morgen begint de dag met een onthaal waar de kleuters meezingen met het liedje van Jules!

Goedemorgen allemaal (2x)
Dag zon (2x)
Dag Jules (2x)
Dag kind (2x)
Hoor hoe vrolijk de dag begint...
Tralalalalala tralalalala
hoor hoe vrolijk de dag begint!

Dan kijken de kleuters welk weer het is buiten en overlopen ze samen met de KO de dag en de weeklijn. De KO begeleidt hier vooral de kleuters.

Na het onthaal is er altijd een gezamenlijke activiteit. Op het rooster kun je zien dat het meestal wel een lesje taal is. Op stage moest ik dit ook volgen.
De KO gaat veel vragen stellen dus hier ligt het initiatief wel bij haar. De kleuters beantwoorden de vragen wel maar ze moeten hier voornamelijk goed luisteren en meewerken. De KO begeleidt en stuurt de kleuters.

Na de activiteit is het tijd om te spelen in de hoekjes.
De kleuters mogen zelf kiezen in welke hoek ze willen spelen.
Ze mogen ook van de ene hoek naar de andere hoek gaan maar de KO moet er wel op letten dat het aantal kleuters niet te veel word in een bepaalde hoek. De KO heeft hier een sturende rol. Ze moet zorgen dat ze oog heeft voor iedere kleuter en zorgen dat het klasgebeuren in goede banen blijft.

De KO stimuleert de kleuters om te gaan naar een hoek die niet zo populair is. Meestal is dat de puzzelhoek. Ik nam dan een kleuter bij me om een spel te spelen in de puzzelhoek en al snel kwamen er meer kleuters kijken wat je kon doen in de puzzelhoek.

Het is meestal wel de KO die bepaalt met welke spelletjes, puzzels er zal worden gespeeld die dag. Soms kan het wel eens zijn dat een kleuter vraagt aan de KO om te spelen met een spel die niet is aangeboden in de hoek. Hier beslist de KO dan terug over. Het initiatief komt dan wel van de kleuter maar de beslissing ligt bij de KO.

Na het hoekenwerk is er tijd voor een plasje en koek en drank. Hier word de zelfstandigheid zeker gestimuleerd, De KO heeft wel een begeleidende rol. 
De kleuters leren zelf hun broekje uit en aandoen, leren hun koekje en drankje opendoen, zelf hun jas aandoen,... De KO helpt de kleuters wel als het nog niet goed lukt.

Dan is het tijd voor de speeltijd, de kleuters kunnen zich even laten uitleven op de speelplaats. Hier hebben ze dus veel vrijheid maar toch worden ze soms belemmerd in die vrijheid: 'je mag daar niet lopen, niet op de glijbaan spelen, achter deze lijn blijven, op de bank zitten als je koek nog niet op is,... De KO houdt hier een oogje in het zeil.

Grenzen en afspraken zijn er natuurlijk wel nodig!

Na de speeltijd is het weer tijd om in de hoekjes te spelen. Rond 11u sluit de KO de voormiddag af met een verhaaltje of een nabespreking van de beeldactiviteiten. Praten over een werkje die ze gemaakt hebben en die eens tonen aan elkaar zorgt voor een goede zelfwaardering bij zichzelf en waardering bij anderen.

Om 11u30 is het tijd om te eten, de kleuters genieten van het middagmaal en ze hebben een lange pauze van 12u-13u30.
De kleuters moeten rustig zijn in de eetzaal en ze moeten proberen hun bord leeg te eten. Veel vrijheid hebben ze hier niet, in de eetzaal moeten ze rustig zijn en ze worden voorbereid op de ettiquête.

Na de pauze word er aan de kleuters een taalactiviteit voorgeschoteld, daarna mogen ze weer spelen in de hoekjes en dan volgt een korte speeltijd.
We sluiten de dag af met een muzische activiteit wat ik zelf heel belangrijk vind! Kleuters moeten zich voldoende muzisch kunnen uiten.

Na een lange dag vol spelen en leren is het tijd voor de kleuters om naar huis te gaan!







Link met het schema:
Vrijheid: de dagloop word nog steeds het meest door de leerkracht bepaald.
Welbevinden en betrokkenheid: staat hier zeker op de eerste plaats. De mentor vindt dit zelf ook heel belangrijk dat de kleuters zich goed voelen in de klas.

2. Gesprek met mentor: schema EGO

Het schema:



We moesten dit schema tonen/ uitleggen aan onze mentor en er een paar vragen bij stellen:

1. Ben je akkoord met dit schema?
2. Welke punten vind u belangrijk?
3. Zijn er punten waar u niet akkoord mee bent?
4. Kunt u zeggen dat u en de school zich aansluiten bij dit schema?

Antwoorden:

1. De mentor sluit zich voor een groot deel aan aan het schema.
Ze is akkoord met alles wat ze ziet op het schema.
2. De belangrijkste punten voor haar zijn:
-Observatie: dat ze oog heeft voor ieder kind en dat ze ook wil dat ieder kind zich goed voelt in de klas.
-Een rijke omgeving: vindt ze heel belangrijk! de kleuters moeten kunnen uitgedaagd worden zoals er in het schema staat, zodat ze zich zeker kunnen bezighouden en zich niet vervelen, dus ook zeker activiteiten aanbieden die aansluiten op hun ervaringen en belevingswereld. Wat ook in het schema staat.
-Ze vindt vrijheid voor de kleuter ook zeer belangrijk, de kleuters moeten kunnen kiezen en vrij zijn in hun keuzes (schilderen in het kleur dat zij willen, spelen met dat spel, hoekenwerk,...) maar grenzen en afspraken mogen zeker niet vergeten worden, naar later toe moeten de kleuters leren wat mag en wat niet mag.
3. Punten waar ze niet mee akkoord is:
-Dat het initiatief bij de kleuter ligt, dat kan wel eens maar dit mag niet overheersen.
Bijkomende vraag: wat bedoelt u?
-Moest ik het initiatief altijd uit de kleuters laten komen dan denk ik dat ik niet altijd mijn doelen zal kunnen nastreven met hen.
4.Wij sluiten ons zeker aan bij dit schema, alles wat wij belangrijk vinden staat er ook in.
Ook in de tweede en derde kleuterklas werken wij praktisch hetzelfde. We willen dat de kleuters zich goed voelen in onze klassen en dat ze kunnen bezig zijn met actviteiten en spelletjes die hen interesseren. Daar sluit mijn visie toch wel het meest aan.

zondag 9 januari 2011

3. Wat is de visie van mijn stageschool?

De visie van mijn stageschool:

Ze begeleiden de leerlingen/kleuters in hun persoonlijke ontplooiing enerzijds en in hun ontwikkeling naar samenleven in diversiteit en harmonie anderzijds.
Daarbij willen ze dat de leerlingen bewust en kritisch nadenken over hun handelen en op grond daarvan verantwoorde keuzes maken.
Daaruit blijkt dat het GO! naast onderwijs ook de opvoeding van de gehele persoonlijkheid van de leerlingen beoogt.

Ze zijn een open school, een school voor iedereen.
Bij hen op school is ieder kind een VIP. Ieder kind moet zich intellectueel en creatief kunnen ontplooien.

De school voorziet, indien nodig, dan ook voor een begeleiding op maat.
Er is een degelijk uitgewerkt zorgbeleid.
Elk kind heeft recht op maximale onderwijskansen.
Ook is het welbevinden en de betrokkenheid van ieder kind, iedere leerkracht, ieder ouder, ieder personeelslid en externe medewerkers van groot belang.

Is dit je eigen voorkeur?

Ja, ik sluit me er wel bij aan, ik vind het ook zeer belangrijk dat elk kind moet begeleid worden in hun persoonlijke ontplooiing dus ook zijn talenten voldoende naar buiten laten komen.

Ook vind ik het wel mooi gezegd dat ze een open school zijn, een school voor iedereen! Dik, dun, groot en klein , het maakt niet uit, ze staan open voor iedereen en elk kind, dat is zo mooi!

Ze hechten ook een groot belang aan betrokkenheid en welbevinden wat ik ook heel belangrijk vind! Ik wil dat ieder kind zich goed voelt en dat ieder kind mee kan doen met alle activiteiten! Dus volledig betrokken zijn bij alles.

Ook bij de visie van mijn mentor en het schema sluit ik aan, ik vind het een heel goed schema. En zelf wil ik later zoveel mogelijk uit de kleuters laten komen, een rijk aanbod aan materiaal aanbieden en hen goed laten voelen in de klas! Ook op mijn stage heb ik dat zoveel mogelijk proberen te doen.