Het schema:
We moesten dit schema tonen/ uitleggen aan onze mentor en er een paar vragen bij stellen:
1. Ben je akkoord met dit schema?
2. Welke punten vind u belangrijk?
3. Zijn er punten waar u niet akkoord mee bent?
4. Kunt u zeggen dat u en de school zich aansluiten bij dit schema?
Antwoorden:
1. De mentor sluit zich voor een groot deel aan aan het schema.
Ze is akkoord met alles wat ze ziet op het schema.
2. De belangrijkste punten voor haar zijn:
-Observatie: dat ze oog heeft voor ieder kind en dat ze ook wil dat ieder kind zich goed voelt in de klas.
-Een rijke omgeving: vindt ze heel belangrijk! de kleuters moeten kunnen uitgedaagd worden zoals er in het schema staat, zodat ze zich zeker kunnen bezighouden en zich niet vervelen, dus ook zeker activiteiten aanbieden die aansluiten op hun ervaringen en belevingswereld. Wat ook in het schema staat.
-Ze vindt vrijheid voor de kleuter ook zeer belangrijk, de kleuters moeten kunnen kiezen en vrij zijn in hun keuzes (schilderen in het kleur dat zij willen, spelen met dat spel, hoekenwerk,...) maar grenzen en afspraken mogen zeker niet vergeten worden, naar later toe moeten de kleuters leren wat mag en wat niet mag.
3. Punten waar ze niet mee akkoord is:
-Dat het initiatief bij de kleuter ligt, dat kan wel eens maar dit mag niet overheersen.
Bijkomende vraag: wat bedoelt u?
-Moest ik het initiatief altijd uit de kleuters laten komen dan denk ik dat ik niet altijd mijn doelen zal kunnen nastreven met hen.
4.Wij sluiten ons zeker aan bij dit schema, alles wat wij belangrijk vinden staat er ook in.
Ook in de tweede en derde kleuterklas werken wij praktisch hetzelfde. We willen dat de kleuters zich goed voelen in onze klassen en dat ze kunnen bezig zijn met actviteiten en spelletjes die hen interesseren. Daar sluit mijn visie toch wel het meest aan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten